Afbeelding
Brian Elings

Inhoud, feedback en durf

'Gooi af en toe het roer eens om'

Wanneer is een nieuwsmedium waardevol? Hoogleraar journalistiek Costera Meijer sprak erover in de jubileumuitgave van de Barneveldse Krant. BDU-hoofdredacteur Norbert Witjes gaat erop in.

De Barneveldse Krant mag dan de respectabele leeftijd van 150 jaar hebben bereikt, het enige lokale dagblad van Nederland is nog altijd van deze tijd. Dat is het geheim van elk succesvol lokaal nieuwsmedium, waar en hoe vaak dat ook verschijnt, zegt Norbert Witjes, hoofdredacteur bij BDU Media "Een krant maken mag geen routine worden: je moet af en toe eens wat vernieuwen."

Alles anders, behalve...

De eerste editie van de Barneveldsche Courant verscheen op 6 oktober 1871, toen overigens nog als weekblad. In de anderhalve eeuw die volgde is werkelijk alles veranderd, behalve één ding: de behoefte bij de lezer aan waardevolle lokale informatie. "En dat zal ook nooit veranderen", zegt Witjes.
Irene Costera Meijer, hoogleraar journalistiekwetenschap en verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, onderschrijft dat. Zij doet al vele jaren publieksonderzoek naar mediabehoefte en mediagebruik. Met waardevolle lokale journalistiek bind je lezers aan de krant, zo legde ze uit in de jubileumbijlage van de Barneveldse Krant. Ons nieuwsgebruik mag dan in de loop der jaren sterk veranderd zijn, maar wat we in onze nieuwsconsumptie waardevol vinden is nog steeds hetzelfde, blijkt uit de onderzoeken van Costera Meijer.

Ha lekker, de krant!

Maar wat is precies waardevolle journalistiek? "Dat zijn heel kort door de bocht de verhalen die ertoe doen", luidt het antwoord van Costera Meijer. "Alles wat de inwoners van de regio Barneveld belangrijk vinden, moet in hun Barneveldse Krant staan. Niet alleen nieuws en achtergronden, maar ook overlijdensberichten, aanbiedingen van plaatselijke ondernemers en servicerubrieken. Het gaat erom een duurzame relatie op te bouwen met de lezers. Het basisgevoel moet elke keer zijn: ‘Ha lekker, de krant!’ Als het lokale nieuws voor hen waardevol genoeg is, willen mensen - ook de jongere doelgroep - daar best wat voor betalen", aldus de hoogleraar in het interview. Het zijn vliegers die natuurlijk voor elke lokale krant op gaan.
Hoe pakt BDU dat met z'n 41 lokale titels in de praktijk aan? Witjes: "De belangrijkste voorwaarde is natuurlijk: weten wat er leeft. Dat kan alleen als je zelf ook onderdeel bent van die lokale samenleving. Mijn advies: ga ook gewoon eens langs in het buurthuis, ook als je er niet meteen een verhaal over maakt. Blijf voortdurend in contact met je publiek. Dan voel je precies aan wat lezers belangrijk vinden om over te lezen en met welke verhalen je ze kunt verrassen."

In de vezels

Het grootste gevaar is dat je altijd maar dezelfde routine blijft hanteren

Tevreden stelt Witjes vast dat het in alle titels redelijk tot zeer goed lukt om in de vezels van de lokale samenleving te kruipen. "Onze schrijvers, fotografen en verkopers houden allemaal hun ogen en oren open. Het is een samenspel van de redactie, het verkoopteam en het lezerspubliek." Al zijn er altijd wel ergens verbeteringen wenselijk. "Er gaat weleens iemand weg, waardoor er ineens lokale kennis verdwijnt. Of neem de elf titels die we in september van DPG hebben overgenomen: daar zat een andere filosofie achter, dus moeten we daar extra ons best doen om de lokale nieuwsbrenger te worden die we willen zijn."

Grootste gebruiker van Pubble

Dat is waar ook: met de overname van die titels (Bennekoms Nieuwsblad, Biltsche Courant, De Rijnpost, Ermelo’s Weekblad, Huis aan Huis Elburg, Huis aan Huis Oldebroek, Harderwijker Courant, Nunspeet Huis aan Huis, Nieuwsbode Zeist, Rijn en Veluwe en Stad Wageningen) liggen er nu 41 titels in de krantenbak van de Koninklijke BDU: 7 abonneekranten en 34 huis-aan-huis. Daarmee is de BDU de grootste gebruiker van Pubble en sinds 1 september ook de grootste uitgever van lokale nieuwsbladen in Nederland. "Leuk, maar geen doel", zegt Witjes. "Het gaat ons niet om het aantal, maar om de titels die goed bij ons passen." 

Barneveldse Krant onovertroffen

Het zijn allemaal weekkranten, behalve de Baarnsche Courant (drie keer per week) en dus de Barneveldse Krant, het enige en daarmee grootste lokale dagblad van Nederland. Naast nieuws uit binnen- en buitenland brengt de redactie elke dag eigen artikelen uit het verspreidingsgebied. Met een oplage van 9.400 exemplaren valt de krant zes keer per week bij ruim 40% van de huishoudens in de Barneveldse bus. En dan zijn er al die meelezers nog: de betrokkenheid van de trouwe lezers en talrijke adverteerders blijft onovertroffen.
Hoe kan een lokaal dagblad zo succesvol blijven? Witjes: "Het valt of staat met een goede krant maken. Als het niet goed genoeg is, lopen de abonnees weg, zo simpel is het. De kunst is om te zorgen dat de krant kwalitatief en kwantitatief aantrekkelijk blijft. Daarnaast blijven wij vernieuwen. Heb je gezien hoe de krant er in 1871 uitzag? Nou, daarmee kunnen we nu de mensen niet meer aan ons binden. Je moet dus mee met de nieuwe manieren waarop we gewend zijn te communiceren. We komen binnenkort met de app voor de Barneveldse Krant: ook weer een manier om onze verhalen bij de lezer te krijgen."

'Doorbreek de routine'

In ontwikkeling blijven: Witjes vindt het een belangrijk aandachtspunt voor elke redactie, bij elke uitgever. "Probeer af en toe eens iets anders", is zijn advies. Het grootste gevaar is dat je altijd maar dezelfde routine blijft hanteren. Doorbreek het bijtijds." Ervaring en nieuwe impulsen vormen een ideale combi. "Je ervaring vertelt je wat je moet doen, nieuwe mensen zorgen voor nieuwe invalshoeken. Het moet een uitdaging zijn om ermee bezig te blijven. Ik kijk nu al uit naar de gemeenteraadsverkiezingen van komend jaar, altijd een hoogtepunt in de lokale journalistiek. Wij komen dan met extra activiteiten zoals een verkiezingsdebat te organiseren." Daarnaast is de feedback van je lezers belangrijk, positief en negatief. En vergeet niet om ook niet-lezers eens om feedback te vragen. "Kan heel leerzaam zijn", tipt Witjes.

Is meten ook weten?

Over feedback gesproken: in Pubble ziet een redacteur hoe goed of slecht een online-artikel wordt gelezen. Zo zijn er nog veel meer zaken te meten en te weten. "De crux is hoe je dat vervolgens interpreteert. Dat een verhaal slecht gelezen wordt, hoeft niet te zeggen dat het een slecht verhaal was. Het kan ook liggen aan de aanpak, het moment van publiceren of de fotokeuze. Ik zeg altijd: probeer te verifiëren of het klopte wat je gevoel je had ingegeven. Gebruik ook je lokale kennis: wat in de ene plaats goed scoort, kan in een andere plaats niet aanslaan. Als je daarmee veel oefent, krijg je het kunstje steeds beter onder de knie."

Samen de journalistiek versterken 

Waardevolle journalistiek, doorbreken van routine, weten hoe je scoort: Witjes zou het mooi vinden als redacties van lokale nieuwsmedia op die gebieden van elkaar kunnen leren. "Samen kunnen we de lokale journalistiek versterken. Er zijn veel goede lokale nieuwsbladen, maar je ziet ook dat we moeten opboksen tegen Facebook en Google. Alles wat je daarbij helpt, kun je delen met anderen. BDUmedia doet dat soms al. Ook de NNP en Pubble zouden daarin een rol kunnen spelen."
In het versterken van de lokale positie liggen kansen, gaat Witjes verder. "Ik zou wel een discussie willen hebben over hoe we lokale journalistiek hogerop kunnen brengen met publiek-private samenwerkingen. Een voorbeeld: in Amersfoort hebben wij een samenwerking met RTV Utrecht, de bibliotheek en een journalistencollectief. Gezamenlijk doen we nu een aanvraag voor de omroeplicentie. Daarmee zorgen we dat het geld vanuit het publieke bestel daadwerkelijk ingezet wordt voor lokale producties - en dus niet opgaat aan allerlei randvoorwaarden, want die hebben de vier partijen al voor elkaar. Kortom: zo steken we geld in journalisten, niet in apparatuur."
Witjes roept uitgevers op om in de eigen regio naar dergelijke samenwerkingen op zoek te gaan. "Kies de vorm die bij jou past: organiseer bijvoorbeeld samen met een andere partij een keer een informatieochtend in de bibliotheek." Ook dat is een manier om de vaste routines eens te doorbreken.

Veel vertrouwen

Met dit soort initiatieven kan de kleine uitgever zijn plek in de samenleving versterken en daarmee een onderscheidend tegenwicht bieden aan Google en Facebook. "De machtsconcentratie van de grote platforms is de grootste bedreiging van onze markt. Ze halen advertentiegelden uit onze markt en steken dat niet in lokale journalistiek. Dat is heel moeilijk te bestrijden." Dat betekent niet dat Witjes pessimistisch is over de toekomst, integendeel. "Zeker in de coronaperiode is nog eens bewezen hoe belangrijk de rol van de lokale media is. Daar hebben we heel veel positieve respons op gekregen: van lezers en van allerlei organisaties. Dat geeft heel veel vertrouwen voor de toekomst."

Blijf voortdurend in contact met je publiek, tipt Norbert Witjes. "Dan voel je precies aan wat je lezers belangrijk vinden en met welke verhalen je ze kunt verrassen."